Een standaard kerkdienst in onze kerk is uitgesproken ‘wit’. En dat in een maatschappij die veelkleurig en multicultureel is geworden. Tijd om van kleur te verschieten? In het aprilnummer van woord & weg reageren vier mensen op deze vraag. Twee van de reacties leest u hier.
‘Het is aan de lokale gemeente om te bepalen wat voor doelgroep ze voor ogen heeft’, zegt Anmar Hayali, coördinator van Samen Kerk in Nederland (SKIN). ‘Geen enkele lokale kerk kan alle mensen in de omgeving bereiken. In Nederland zijn veel Ghanese en Nigeriaanse kerken. Daar houdt men van dansen. Wil je deze mensen betrekken bij de Protestantse Kerk in Nederland, dan zou dat een drastische verandering teweegbrengen in de eredienst. Ik denk dat veel mensen dat niet op prijs zouden stellen, aangezien sommigen al hun hele leven een bepaalde liturgie gewend zijn.
Aan de andere kant denk ik ook dat je als gemeenschap jezelf moet blijven. We hebben diverse kerken nodig om in de diverse behoeften van mensen te voorzien. Ik krijg soms kritische opmerkingen over migrantenkerken; waarom willen ze in hun eigen cultuur, taal en traditie kerk zijn? Waarom sluiten ze zich niet aan bij een autochtone gemeente? Het is een universele menselijke behoefte om in je eigen hartstaal het evangelie te horen en je geloof te belijden. Tegelijkertijd is het aantal internationale en interculturele kerken in Nederland en elders in de wereld de afgelopen decennia sterk gegroeid. Het zijn christelijke geloofsgemeenschappen waarin mensen uit allerlei naties en culturen met elkaar optrekken en ernaar streven om het koninkrijk van God gestalte te geven. LifeWord Christian Centre in Utrecht is hiervan een voorbeeld.’
Het is een universele menselijke behoefte om in je eigen hartstaal het evangelie te horen en je geloof te belijden.
Relatie opbouwen met interculturele kerk
Simon de Kam, predikant en gemeenteadviseur migrantenkerken, zegt in eerste instantie nee op de vraag. ‘Al is dat vanuit mijn functie misschien uniek om te zeggen. Maar we zíjn gewoon een witte kerk. Dat is de realiteit. Tegelijkertijd leven we in een multiculturele samenleving en moeten we ons op een goede manier verhouden tot migrantenchristenen. Met die veelkleurigheid gaan we aan de slag, ook om het behoud van onze kerk. Onze samenleving zal steeds veelkleuriger worden. Door wit te blijven, komen we als kerk nog verder in de marge terecht. Juist als we ons openstellen voor migrantenchristenen helpt dat om in de veelkleurige samenleving tot een goede getuige te zijn.
Een van mijn idealen is dat iedere protestantse gemeente een relatie opbouwt met een interculturele kerk, zodat je de diversiteit direct onder ogen ziet. Een goed voorbeeld is de Assyrische Kerk van het Oosten, die bestaat uit Iraakse en Syrische christenen. Zij komen samen in het kerkgebouw van de Noorderlichtgemeente in Zeist. Een gezamenlijke kerkdienst zal er niet komen, maar toch ervaren de Syrische christenen het kerkgebouw als hun kerk. Groepjes leden van beide kerken eten soms met elkaar. Ze lezen dan ook een Bijbelgedeelte en delen met elkaar wat die tekst hun zegt. In een open samenleving moet je je door het vreemde laten verrijken zonder dat je jezelf verliest. Dat is de kunst van een veelkleurige kerk zijn.’